O’Meol & O’Diog
In de periode 1976-1978 traden Martijn en ik af en toe ook op als duo, onder de naam “O’MEOL & O’DIOG”. Mijn rol was vooral die van gitarist, en vanaf 1977 die van (beginnend) uilleann piper.
Mijn eerste kennismaking met de uilleann pipes was in 1971 een onbewuste.
Op een vroege LP van the Dubliners stond één instrumentaal duet tussen banjoïst Barney McKenna en een anonieme instrumentalist met een onbekend instrument.
Na een paar jaar herkende ik het instrument als de uilleann pipes en nog eens vijftien jaar later kwam ik er achter dat de speler niemand minder was dan Tommy Reck.
In 1975 bracht TOPIC Records enkele LP’s uit met reissues van 78-toerenplaten van beroemde uilleann pipers uit de jaren 1920/ ’30. Het muntje viel toen ik Leo Rowsome de reel “Kiss the maid behind the barrel” hoorde spelen. Ik wist dat ik uilleann piper wou worden en begon alle beschikbare materiaal – toen erg weinig in vergelijking met nu - te verzamelen over het instrument.
Na lang zoeken vond ik iemand die een set voor me wou bouwen, Alan Ginsberg uit Londen, en in 1977 kon ik met een lang leerproces beginnen.
Gelukkig boden mijn regelmatige optredens in groepen met steeds wisselende namen en samenstelling een podium om de pipes gedoseerd in het repertoire te integreren. Zo stonden we een keer onder de naam “Occasion Folk” in het voorprogramma van Drs. P. bij de lancering van een nieuw tijdschrift, genaamd “Nieuw Amsterdams Peil” in Paradiso. De maestro maakte er één van de meest hilarische optredens van die ik ooit van dichtbij heb meegemaakt.
Bij een andere gelegenheid stonden we op een festival in Veghel in het voorprogramma van Dave Swarbrick. Het was de laatste gelegenheid waarbij mijn broer Guus op het toneel stond. |
(Newspaper cutting 1978)
|
|
|