Stroom en Wind

Doordat ik in Twente als lone piper nogal geïsoleerd zat en er geen sessiecircuit bestond, moest ik op zoek naar andere manieren om mijn muziek te verdiepen. Vanaf mijn eerste bezoek aan Ierland was ik op zoek gegaan naar 78-toerenplaten van pipers en fiddlers.

Begin 80’er jaren kwamen daar contacten in Engeland en Amerika bij. In Londen maakte ik kennis met Tony Engle en Reg Hall. Beiden hielpen me verder met zeldzame opnamen van pipers op 78-toerenplaten. Samen met Tony bood ik op een kavel platen uit de nalatenschap van een Ierse gentleman verzamelaar en ook daar zat materiaal bij dat later een vast deel van mijn repertoire ging vormen.

In 1984 had ik in Enschede een kortstondige samenwerking met een ander oud-lid van “Fungus”, Kees Maat. We hadden één optreden onder de toepasselijke naam “Stroom en Wind”: er was stroom nodig voor zijn synthesizer en wind voor mijn pipes.

Rond die tijd begon ik met solo optredens (recitals) met de uilleann pipes. Het Geveltje aan de Bloemgracht in Amsterdam was één van de eerste locaties van die nieuwe solo optredens. Bij één van die gelegenheden leerde ik in Dordrecht Peter Laban kennen. Hij was toen pas vier jaar bezig op de pipes, maar zou zich al snel ontwikkelen tot veruit de beste uilleann piper van Nederlandse origine.

In latere jaren verschoven mijn solo optredens uit het steeds meer geformatteerde en geformaliseerde folk circuit naar gelegenheden als openingen van exposities. Een aantal bijzondere optredens vond plaats in 1989 en 1990 in Deventer.